Als paddenstoelen schieten ze de laatste jaren uit de grond: Living labs, communities of practices, field labs en soortgelijke netwerken. In Nederland is het aantal living labs gericht op het realiseren van een lokale circulaire economie niet meer op één hand te tellen, zelfs niet op twee. Ook in de regio Foodvalley is een living lab opgericht om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Maar waarom is het oprichten van deze samenwerkingsverbanden zo populair om een circulaire economie te ontwikkelen? En wat voegen living labs eigenlijk toe in de regio? In dit artikel beantwoord ik u deze vragen.
Wat is een living lab nu precies? Hoewel elk living lab uniek is opgezet en ingericht, bestaan deze veelal uit de volgende ingrediënten. Allereerst wordt in een living lab samengewerkt door partijen uit twee van de volgende disciplines: Het bedrijfsleven, de overheid of kennisinstellingen. Ten tweede hebben deze partijen een gezamenlijke aanpak om tot een bepaald doel te komen, in dit geval het ontwikkelen van een circulaire economie. Ten derde wordt er samen geëxperimenteerd, geco-creëerd en getest om tot dat doel te komen. Als laatste gebeurt dit in een afgebakend gebied, bijvoorbeeld een land, provincie, regio of stad.
Living labs gericht op het ontwikkelen van een circulaire economie zijn een middel in de transitie van de lineaire naar een circulaire economie. Deze transitie is noodzakelijk. De circulaire economie is namelijk een oplossing voor een aantal grote maatschappelijke problemen waaronder de groeiende afvalbergen, het schaarser worden van grond- en brandstoffen en klimaatverandering. Binnen een circulaire economie streeft men ernaar om afval te minimaliseren door afgedankte spullen, reststromen en grondstoffen terug te brengen in de keten. Hierdoor gebruikt men in een circulaire economie grondstoffen die hergebruikt kunnen worden, wordt in het design van een product rekening gehouden met herbruikbaarheid van de componenten of grondstoffen en probeert men de levensduur van een product te verlengen. Hieromheen worden businessmodellen gebouwd zoals het aanbieden van een product als een service of het creëren van deelplatformen.
Waarom ontstaan er veel living labs bedoeld om de ontwikkeling van een circulaire economie op gang te brengen? Het kernantwoord op deze vraag is simpel: Samenwerking. Voor het realiseren van een circulaire economie is een hoge mate van samenwerking nodig. Living labs faciliteren dit op een effectieve manier omdat verschillende facetten van samenwerking in deze samenwerkingsverbanden naadloos aansluiten bij de condities die nodig zijn om circulair te innoveren.
Het gebeurt zelden dat één partij een product maakt van grondstof tot consumeerbaar eindproduct. Vaak is het productieproces in handen van meerdere partijen, ook wel ketens genoemd. De totstandkoming van circulaire businessmodellen, producten en diensten zijn vaak afhankelijk van samenwerking in de keten. Bij het maken van een circulair gebouw moet bijvoorbeeld overeenstemming plaatsvinden tussen de architect en de aannemer over de constructie en het materiaalgebruik. Zonder deze overeenstemming kan een architect op papier een circulair gebouw uittekenen, maar wanneer de aannemer dit gebouw met materiaal bouwt dat niet kan worden hergebruikt zal het circulaire gebouw geen werkelijkheid worden. Een living lab verbindt partijen in een keten en stimuleert de keten om collaboratief te innoveren binnen deze keten. Hierdoor wordt effectief gewerkt aan circulaire businessmodellen en producten.
In een living labs worden niet alleen ketenpartijen verbonden maar ontstaat er ook dialoog tussen overheden, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen (de triple helix). Deze partijen kunnen hierdoor in overeenstemming optrekken in de ontwikkeling van een circulaire economie, allemaal in hun eigen kracht. De overheid kan als stimulator acteren en het living lab gebruiken om op de hoogte te zijn van circulaire innovatie die vervolgens kan worden verwikkeld in de aanbestedingsplannen. Daarnaast kan de overheid beter faciliteren door bijvoorbeeld partijen binnen het living lab te wijzen op innovatiesubsidies en opmerken wanneer circulaire ontwikkeling voorloopt op wetgeving. Kennisinstellingen kunnen in een living lab expertise leveren evenals onderzoek doen in samenwerking met het bedrijfsleven. Bedrijven hebben op hun beurt de financiële kracht en het ondernemerschap om circulaire producten te ontwikkelen en op de markt te brengen. Het living lab is een platform waarop deze diverse partijen samen in hun kracht kunnen staan.
Living labs zijn vaak regionaal ingestoken waardoor deelnemers in hetzelfde lokale netwerk betrokken zijn. Voordat de partijen bij het living lab betrokken zijn kennen de meeste elkaar al en sommige hebben al eerder met elkaar samengewerkt. Ook zijn er vaak gemeenschappelijke delers in de bedrijfscultuur en worden dezelfde kenmerken van ondernemerschap gedeeld. De regionale insteek zorgt er daardoor voor dat er snel een gemeenschappelijke taal en doel ontstaat voor samenwerking en innovatie dan wanneer regionale of zelfs landelijke grenzen worden overschreden.
Binnen een living lab zijn verschillende specialisten actief om de regionale circulaire transitie te begeleiden. Deze specialisten zijn vaak een spin in het web binnen de regio of sector. Hierdoor ontstaat aansluiting bij regio-overkoepelende en provinciale initiatieven, en kunnen de specialisten kennis en kunde zoeken die aansluiten bij de activiteiten. Circulaire innovatie wordt daardoor niet alleen bruikbaar en bekend binnen het living lab en de regio, het heeft het ook effect op de wijdere transitie naar een circulaire economie. Daarnaast kan een specialist ook optreden als aanjager en een begeleider zijn van projecten binnen het samenwerkingsverband.
Sinds 2018 is binnen de Regio Foodvalley het Living Lab Regio Foodvalley Circulair actief om de transitie naar een circulaire economie te bewerkstelligen. Al meer dan 50 bedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben zich inmiddels aangesloten bij het netwerk. Wilt u meer weten over ons of wilt u zich aansluiten? Kijk dan op www.regiofoodvalleycirculair.nl of stuur een mail naar secretariaat@regiofoodvalleycirculair.nl
Dit artikel is geschreven op basis van een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de Christelijke Hogeschool Ede i.s.m. de Tilburg University en het Living Lab Regio Foodvalley Circulair. Het onderzoeksrapport vindt u hier.