De regio Foodvalley staat voor een enorme uitdaging: tussen nu en 2040/50 moeten er 40.000 tot 45.000 nieuwe woningen worden gerealiseerd. Tegelijkertijd moet deze groei duurzaam en toekomstbestendig gebeuren. Tijdens een recente bijeenkomst van Samen Biobased Bouwen Foodvalley werden de voortgang en plannen gepresenteerd om deze ambities waar te maken en wisselden deelnemers kennis en ervaring uit.
Holmer Doornbos, programmadirecteur Verstedelijking van Regio Foodvalley, schetste de omvang van de opgave. De regio groeit van ongeveer 350.000 inwoners nu naar 500.000 in 2040/50. Deze schaalsprong heeft niet alleen ruimtelijke impact, maar vraagt ook om een nieuw stedelijk systeem voor voorzieningen, mobiliteit, energie en recreatie. “Alles is hier aanwezig en het is een prachtige plek om te wonen. Het karakter gaat de komende jaren veranderen en het is van belang dat we dat doordacht doen. Dat kost nu extra tijd, maar dat halen we de komende jaren weer in.”
Leefomgeving: Bodem en water zijn leidend, met recreatie, natuur en hydrologie als integraal onderdeel van het ruimtelijk ontwerp. De laagste en natste delen blijven zoveel mogelijk vrij van bebouwing.
Mobiliteit: Nieuwe woningen worden zoveel mogelijk gerealiseerd bij openbaar vervoer verbindingen, waarbij eerst duurzame mobiliteit wordt georganiseerd voordat woningen worden gebouwd.
Economie: Beter benutten van bestaande ruimte gaat voor nieuwe aanleg, met scherpere focus op toegevoegde waarde en de ratio tussen arbeidsplaatsen en vierkante meters voor het ecosysteem.
Wonen: Verdichting heeft prioriteit boven uitleg van nieuwe gebieden.
Anne Bos presenteerde een integrale visie op toekomstbestendige gebiedsontwikkeling. Volgens haar moet ontwikkeling in de gebouwde omgeving niet alleen betaalbaar en duurzaam zijn, maar ook in lijn met internationale ontwikkelingen zoals de EU Green Deal, taxonomie-regelgeving en transparantierichtlijnen (CSRD). Regelgeving zoals de CSRD geven een enorme boost aan toekomstbestendig bouwen.
Het grootste deel van de CO2-uitstoot zit niet in de eigen bedrijfsvoering (2%), maar in ingekochte materialen (55%) en in de gebruiksfase van gebouwen (35%). Dit vraagt om een ketengerichte benadering waarbij alle ESG-thema’s (Environment, Social, Governance) worden meegenomen, niet alleen CO2-uitstoot van gebouwen.
Er is geen one size fits all en dat is niet erg: als je maar open staat voor de mogelijkheden is er al zo veel wat kan. “Stop met stapelen en optimaliseren en doe het gewoon in 1 keer goed! Maak toekomstbestendig bouwen een ontwerpopgave.” Tijdens de breakouts benadrukte Anne nog eens hoe belangrijk het is om te starten. Het maakt niet uit hoe groot of klein het project is, als je maar start!
De presentatie toonde ook hoe regionale deals tot stand komen. In de Stedendriehoek is een 30-30-30 deal gerealiseerd (30% CO2-reductie, 30% hernieuwbare materialen, 30% lokale impact) door een zorgvuldig proces met bestuurlijke kopgroepen, ambtenaren en uitvoerende partijen. Belangrijke lessen uit dit proces:
De presentaties maakten duidelijk dat de transitie naar biobased en toekomstbestendig bouwen alleen kan slagen door intensieve samenwerking tussen alle partijen: agrariërs, woningcorporaties, gemeenten, projectontwikkelaars, en kennisinstellingen. Begin met de vraagkant: bij woningcorporaties, adviseurs en architecten. Het aanbod kan daarop aangepast worden, maar andersom werkt dit minder goed. Zo help je regio Foodvalley om de 30-30-30 doelstelling te behalen.
Bij deze delen we graag de samengevoegde presentaties van de dag: