Op donderdag 30 november vond een zeer geslaagde bijeenkomst plaats van de Community of Practice Circulaire Voedselketens. Met ruim 30 mensen waren we te gast bij kaasboerderij Remeker in Lunteren.
Voorafgaand aan de Community of Practice vond in de ochtend een bijeenkomst plaats over voedseleducatie in Regio Foodvalley. In deze Inspiratiesessie Voedseleducatie passeerden allerlei praktische voorbeelden de revue, zowel uit het onderwijs, de agrarische praktijk als van educatieve organisaties.
De netwerklunch met heerlijke regionale boerenproducten resulteerde in een drukke en enerverende ontmoeting tussen zowel de deelnemers van de Inspiratiesessie Voedseleducatie en deelnemers voor de Community of Practice Circulaire Voedselketens. Een deel van het publiek nam deel aan beide programma’s.
Na de lunch volgde een inspirerende rondleiding met Jan Dirk van de Voort. Hij vertelde het verhaal van Remeker kaas en de transitie van wat hij noemt “boeren vanuit technisch perspectief naar boeren vanuit natuurlijk perspectief”. Dat is een omslag in de hele benadering van de dieren, de bedrijfsvoering en het begrip efficiëntie.
Remeker streeft naar een samenhang in alles wat er gebeurt, van dier tot bodem en het eindproduct. De koe en vooral de darmen van de koe staan centraal. Door ‘pensgericht’ te voeren met hooi en vers gras, en af en toe bijvoeding met verschillende kruiden, zijn de koeien heel gezond. Remeker voert geen mais, en geven ook geen antibiotica, kunstmest en brokken. Hierdoor is de productie gezakt, maar vooral ook de kostprijs, CO2 uitstoot en energieverbruik. De mest zorgt samen met de biologische stro (koolstof) uit de potstal voor het perfecte voer voor het bodemleven in de wei. Door vervolgens niet te ploegen kan het bodemleven ongestoord z’n gang gaan en is een levendige schimmelstructuur (mycorrhiza) ontstaan. Dit actieve bodemleven is de basis voor de groei van gras en zorgt er voor dat de koeien eerder in het jaar naar buiten kunnen en meer en rijkere voedingswaarde binnen krijgen. Dit zorgt weer voor een kwalitatief hoogwaardig product, maar ook weer minder kosten voor voer.
Door naar het totaalplaatje te kijken en vanuit samenhang te werken ontstaat er een circulair, harmonieus systeem voor de melkproductie. De circulariteit stopt daar echter niet. Ook in de verwaarding van alle producten en bijproducten is het een sleutel. Van de rauwe melk wordt hoogwaardige kaas gemaakt, waarbij uit de wei weer de eiwitten worden gewonnen om de korst van de kaas van te maken. Wat daar dan weer van overblijft wordt ook nog hergebruikt: daar maakt Remeker ricotta en bier van. Jan Dirk benadrukt het belang van meten en weten en dat alles zelf doen ook een sleutel tot succes is.
Frank Croes sprak hierna als circulaire businesscases expert van de HAN University of Applied Sciences.
Hij bestempelde zichzelf als idealistisch, maar met een zakelijke pragmatische insteek. Fan van de natuur en alles wat met groei en bloei en leven te maken heeft. De vraag die hij ons voorlegde was: “Hoe kun je als je een bedrijf leidt, vanuit een realistische invalshoek van samenhang, duurzaamheid meenemen?” Volgens hem is het ontzettend belangrijk om iets te doen wat er echt toe doet. Voor het bedrijfsleven vertaalt hij dat naar meervoudige waardecreatie, niet alleen op de P van planet, maar ook op de P van profit.In het bedrijfsleven staat die P van profit nu vaak op één. Maar, zegt hij “Als jij weet dat je dingen doet die schade toebrengen, dan heb je de morele plicht daar ook wat aan te doen.” Dit is dus heel belangrijk in zaken doen: “je moet winst maken, zonder verlies”.
Hij zette zijn verhaal kracht bij door continue parallellen te trekken tussen natuur en economie. Zo liet hij zien dat men in de natuurlijke voedselketen ook producenten en consumenten kent, maar ook reducenten. Dus opruimers van ‘reststromen’. Hoe zit dat dan eigenlijk in onze economie? De reducenten zijn daar de reststroomverwerkers. Zij hebben een belangrijke en groeiende rol in de economie. In de natuur is het namelijk zo dat in een energetisch gebalanceerd systeem niets verloren gaat. Daar moeten we in de economie ook naar toe werken, zo vertelt Frank. Naar een punt waarbij alle grondstoffen en energie benut blijven binnen de keten.
Ook in zijn antwoord op het idee dat we groei moeten uitbannen uit de economie trekt hij een parallel: “Groei uitbannen? Onzin. Kijk naar de natuur, die is continue in beweging, continue in groei.” Hij vertelt over natuurlijke successie en dat adaptieve levensvormen degene zijn die overleven en floreren. Voor het bedrijfsleven stelt hij adaptief beleid dan ook centraal. Co-creatie is daarin fundamenteel. Verandering is er namelijk altijd, dus verzet je er niet tegen, maar vraag jezelf af: hoe ga ik me ertoe verhouden? Wanneer je dat doet, dan kun je leren. En leren is ontwikkelen, ontwikkelen is verbeteren en verbeteren is waarde vergroten. Zo brengt hij het cirkeltje weer rond naar de kern van winst zonder verlies.
We sluiten de dag af met Suzan die vertelt over de praktijk bij het Living Lab circulair. Verschillende projecten passerende de revue. Een aantal vraagstukken en thema’s wordt voorgelegd waarover mensen tijdens de borrel in discussie, co-creatie en brainstorm gaan.